Sinds 28 januari 2022 is het ook voor alle kerkgenootschappen verplicht om de uiteindelijk belanghebbenden in te schrijven in het UBO-register.
Bij een kerkgenootschap zijn in ieder geval de volgende natuurlijke personen (pseudo-)UBO:
- Rechtsopvolger bij ontbinding
Natuurlijke personen die bij ontbinding van het kerkgenootschap als rechtsopvolger in het statuut van het kerkgenootschap zijn benoemd; of - Pseudo-UBO
Indien sub a niet van toepassing is, u (samen met ons) twijfelt over welke natuurlijk persoon als UBO kwalificeert of u alles heeft gedaan om de UBO te achterhalen, maar dat is niet gelukt, worden de natuurlijk personen die als bestuurder staan vermeld in het eigen statuut, of zo mogelijk als bestuurder staan genoemd in de documenten van de kerkelijke organisatie aangemerkt als pseudo-UBO(s).
In het handelsregister staan normaal gesproken geen namen van bestuurders van kerkgenootschappen. Een registratie als bestuurder van een kerk zou namelijk een registratie van religie opleveren, wat niet in lijn is met de wettelijke beginselen rondom privacy. In het UBO-register worden echter wel namen opgenomen. Het idee hierachter is dat ook kerkgenootschappen gebruikt kunnen worden voor witwaspraktijken.
Meer informatie over de UBO leest u hier.