Mevrouw X trouwt in september 2015 in algehele gemeenschap van goederen (50%-50%) met erflater.
In oktober 2017 wijzigen zij hun huwelijkse voorwaarden, waarbij mevrouw X gerechtigd wordt tot 90% en de man (erflater) tot 10% van de gemeenschap.
De man komt twee maanden later te overlijden. De inspecteur heeft een aanslag erfbelasting opgelegd uitgaande van de verdeling 50-50.
De belastingkamer van de Hoge Raad heeft op 16 februari jl. arrest gewezen. De Hoge Raad benadrukt (nogmaals) onder verwijzing van zijn arresten van 1959, 1971 en 2021 dat het aangaan van huwelijkse voorwaarden bij of tijdens het huwelijk niet leidt tot een belastbare schenking. Het feit dat de echtgenoten een huwelijksgemeenschap met ongelijke delen (breukdelengemeenschap) overeenkomen maakt dit niet anders. De Hoge Raad komt tot het oordeel dat geen sprake is van een (belaste) schenking en er is eveneens geen sprake van een fictieve verkrijging krachtens erfrecht. Volgens de Hoge Raad is slechts in uitzonderlijke gevallen sprake van wetsontduiking. Hier was dat niet het geval. Per situatie zal dit moeten worden beoordeeld en zal steeds afhangen van alle feiten en omstandigheden van het geval.
De uitspraak geeft nieuwe mogelijkheden voor de estate planningspraktijk.
Mocht u meer willen weten hierover, neem dan contact op met één van onze specialisten van de afdeling Familierecht.